![]() |
Total Hip Prothese
19 vragen over een nieuwe heup
Jaarlijks krijgen zo'n 25.000 Nederlanders een nieuwe heup. Maar welke kunstheup is de meest geschikte? En... mag de heupzwaai nog wel als je dan de tango weer danst?
De uiteinden van de beenderen van een gezond heupgewricht passen in elkaar zoals een bol in een kom. Ze zijn bedekt met glad kraakbeen, zodat ze soepel en pijnloos langs elkaar kunnen bewegen. Met het ouder worden kan het kraakbeen degenereren. Op den duur kan het zelfs helemaal verdwijnen. De botuiteinden worden dan ruw en schuren langs elkaar. Dat veroorzaakt pijn bij het bewegen en stijfheid. Een dergelijke vorm van degenereren noemt men artrose. 20 Procent van alle 55-plussers heeft last van een vorm van artrose. Van alle 65-plussers is dat zelfs 90 procent. Behalve artrose kan ook een (aangeboren) ziekte of een botbreuk tot heupklachten leiden.
Ja. Bij extreem zware belasting degenereert het gewricht sneller. Mensen die te zwaar zijn hebben vaker een versleten heup en ook intensieve sporters vragen veel van hun gewrichten. Dat wil niet zeggen dat álle beweging slecht is, integendeel. Met mate bewegen is juist goed om de gewrichten soepel te houden. Het masseert als het ware het kraakbeen en stimuleert de opname van voedingsstoffen. Ook als een heupgewricht al versleten is, is het goed om in beweging te blijven. Zelfs als het pijn doet. Beweeg je minder, dan zal de heup stijver worden.
Als de pijn zo erg wordt dat je niet meer kunt doen wat je wilt. Fysiotherapie of medicijnen kunnen de pijn verzachten, maar artrose is (nog) niet te genezen. Wanneer de pijnklachten zo heftig worden dat ze een normaal leven onmogelijk maken, is een heupprothese de oplossing. In dat geval worden de gedegenereerde onderdelen van de heup (deels) verwijderd en vervangen door een kunstgewricht.
Nee. Wanneer een patiënt relatief jong (voor het 50ste jaar) een kunstheup krijgt, is de kans wel groot dat die op latere leeftijd één of twee keer vervangen moet worden.
Dankzij moderne technieken kunnen beschadigde delen van een heupgewricht worden vervangen, waarbij zo veel mogelijk van het bot behouden wordt.Bij een primaire heupprothese worden de beschadigde delen van het heupgewricht vervangen door een prothese die bestaat uit een steel met kop en een heupkom. De heupsteel wordt in het femur geplaatst en de heupkom in het bekken. Op de heupsteel wordt een kogelvormige kop bevestigd die in de heupkom kan bewegen. Een modern heupgewricht gaat gemiddeld langer dan tien jaar mee. Na die tijd kan er een revisieoperatie nodig zijn. Het is mogelijk om tijdens een revisieoperatie de heupprothese gedeeltelijk te vervangen.
In Nederland worden verschillende protheses gebruikt. Welke prothese voor welke patiënt geschikt is hangt onder andere af van de aandoening en de lichaamsbouw. Er zijn geen specifieke protheses voor mannen of vrouwen.
Ze zijn er in vele soorten en maten en daardoor geschikt voor vrijwel iedereen. In heel uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij een bottumor in de heup, kan het nodig zijn een prothese op maat te maken.
Afhankelijk van de vorm en de aard van de prothese zitten er verschillende materialen in: kunststof, keramiek of metaal (titanium/chroom kobalt).
Bij de helft van de mensen wel. Bij de andere helft is de kwaliteit van het bot onvoldoende of kan de prothese niet klem gezet worden. De prothese wordt dan tijdens de ingreep vastgezet met botcement. De patiënt merkt geen verschil: de bewegingsvrijheid is in beide gevallen gelijk.
Er is geen 'beste heupprothese'. Welke prothese het meest geschikt is, hangt af van bijvoorbeeld de leeftijd, de algemene conditie en de levensstijl van de patiënt. Ook de bewezen resultaten van de prothese en de ervaring en persoonlijke voorkeur van de arts spelen een rol bij de keus.
Vaak kan de patiënt na gemiddeld vier of vijf dagen in en uit bed stappen, lopen, traplopen en in de auto stappen. Meestal mogen ze dan ook naar huis. In sommige klinieken wordt gebruik gemaakt van Rapid Recovery. Het principe hiervan is dat een snelle mobilisatie leidt tot een beter en sneller herstel.
De revalidatie begint de dag van de operatie of de dag erna, afhankelijk van of er Rapid Recovery wordt gebruikt. Een fysiotherapeut leert je oefeningen in en buiten het bed. Je mag je heupprothese steeds een beetje meer belasten; eerst loop je met een looprekje, dan met krukken en vervolgens geleidelijk zonder steun. Er wordt ook geoefend met traplopen. Je moet erop rekenen dat je op krukken het ziekenhuis verlaat.
Uit onderzoek blijkt dat vrijwel alle heupprotheses het goed doen. Zo’n 98 procent van de patiënten kan zich met de nieuwe heup beter bewegen en meestal is de pijn helemaal weg.
Bij maximaal 5 procent van de patiënten met een totale prothese kan de heup uit de kom schieten wanneer ze bijvoorbeeld diep hurken of diep bukken. In de meeste gevallen is geen nieuwe operatie nodig om dat euvel te verhelpen. Door te trekken en gelijktijdig te draaien aan het been probeert de orthopedisch chirurg de heupkop weer terug te krijgen in de kom; de patiënt krijgt dan wel eerst spierverslappende medicijnen toegediend. In 1 à 1,5 procent van de gevallen ontstaat een infectie in het nieuwe heupgewricht. Dat percentage is niet hoger dan na vergelijkbare operaties.
De eerste paar weken heb je hulp nodig. Schakel iemand in die boodschappen doet en je met huishoudelijke taken helpt. Doe de oefeningen die je fysiotherapeut en orthopedisch chirurg hebben opgegeven. Uiteindelijk zul je je heupgewricht weer volledig kunnen gebruiken, na zo’n zes tot twaalf weken. Wissel rust en activiteiten af. Traplopen is in principe geen probleem, al gaat het de eerste weken na de operatie soms wat moeizaam.
Ja. Het is raadzaam om na ontslag uit het ziekenhuis door te gaan met oefenen, thuis en bij een fysiotherapeut. Begeleiding van een fysiotherapeut is nodig om weer goed te leren lopen zonder krukken. Fysiotherapie heb je twee tot drie maanden lang gemiddeld twee keer per week nodig. Neem, zodra je weet wanneer je geopereerd wordt, direct contact op met de fysiotherapeut om alvast een afspraak te plannen voor na de ziekenhuisopname.
Om gas te kunnen geven, te schakelen en te remmen heb je een goede controle over je been nodig. Meestal mag je zes weken na de operatie weer autorijden. Dit geldt ook voor vliegen, in verband met het verhoogde tromboserisico na een operatie. Strek bij een vlucht van langer dan twee uur tussendoor even de benen.
Door een aantal eenvoudige voorzorgsmaatregelen:
Sporten als voetballen en hardlopen kunnen de levensduur van de prothese verkorten. Die kun je dus beter niet beoefenen met een heupprothese. De tango dansen kan wél, mits met mate. Onder andere schaatsen, skiën, fietsen, zwemmen, golf, tennis, fitness en wandelen zijn doorgaans niet schadelijk voor de prothese. Overleg altijd met je arts. Zo nodig kan hij je doorverwijzen naar een sportfysiotherapeut.